Chocolatier Gert van Soest (Chocolaterie Pierre) zet in op samenwerking met luchtvaartmaatschappij, maar luidt ook noodklok: ‘Nederland is geen ondernemersland meer.’

Gert van Soest (Veenendaal, 22 november 1965) is eigenaar van Chocolaterie Pierre in Hillegom en Haarlem. Twee mooie zaken, goede chocola. Tegelijkertijd ziet Van Soest met lede ogen aan hoe Nederland door toedoen van de politiek geen ondernemersland meer is. Toch laat hij zich niet uit het veld slaan. De ondernemer zet nu in op een waardevolle samenwerking met een bekend hotelketen. En hopelijk ook met de oudste luchtvaartmaatschappij ter wereld die nog steeds onder haar oorspronkelijke naam opereert. „Daar is zelfs onze vestiging in Haarlem heel belangrijk voor”, vertelt Van Soest. „Want daar woont een gigantisch deel van de piloten en bestuurders.”
De vestiging in Hillegom nam hij over van zijn vader Piet, die op 54-jarige leeftijd zelf pas in de jaren 90 een chocolaterie in het bollendorp begon. „Waarom in Hillegom? Dat weet ik niet. We moesten het zelfs op de kaart opzoeken”, blikt Van Soest ruim dertig jaar terug in de tijd. Hij groeide zelf in Zaandam op. Vader Piet runde eerder nog twee bakkerszaken in Amsterdam, waar Gert ook meewerkte. Inmiddels is Chocolaterie Pierre alweer twee verhuizingen in Hillegom verder. Vader Piet, inmiddels 83 jaar, verzorgde er nog tot zijn tachtigste de administratie. Zoon Jeffrey (34) runt de chocoladewinkel in Haarlem.
Als kind wilde Van Soest marinier worden, maar vanwege een hersentumor die hij als kind had, kon daar een streep door. Ook leraar brood en banket werd hij niet. „Leraar zijn lijkt me geweldig, gelukkig geef ik af en toe lessen als gastdocent”, vertelt de chocolatier, die uiteindelijk pas vijftien jaar geleden ondernemer werd. „Ik ben te laat begonnen met ondernemen. Daardoor ga ik nog tot mijn zeventigste door.” Veel geld stopte Van Soest bovendien de laatste jaren in beide winkels, in plaats van op zijn pensioenrekening.
‘Het is maar chocola’
Juist omdat hij veel in zijn winkels in Hillegom en Haarlem investeert, steekt hem de onderwaardering voor zijn vak. „Het is maar chocola”, hoort Van Soest namelijk wel eens, over de hoge prijs van zijn chocolade in de winkel. Terwijl hij soms anderhalve dag aan een ingewikkeld chocolade bouwwerk werkt. Iets wat mensen vaak over het hoofd zien. „Als je een bouwvakker anderhalve dag laat klussen, is hij ook niet voor drie tientjes klaar. Maar dat lijkt men bij chocolade vaak wél te verwachten.”
Toch zit de grootste uitdaging in het vak van een chocolatier tegenwoordig niet zozeer in het maken van chocolade. Van Soest: „De cacaoprijs is door het dak gegaan. Die is 150 procent gestegen. De salarisverhoging, een nog veel groter bedrag, is 20 procent. Als je dat bij elkaar optelt, is dat een enorme kostenstijging. En dus moeten wij er steeds beter op letten dat alles efficiënt en betaalbaar te maken blijft. Anders wordt het simpelweg onbetaalbaar.”
Nederland is geen ondernemersland meer
Niet alleen over de verandering van de cao is Van Soest ontstemt. Er is meer. Hij luidt zelfs de noodklok. „Nederland is geen echt ondernemersland meer”, is Van Soest hard. „Je wordt een beetje gek van alle regels. De overheid zorgt ervoor dat ondernemen niet meer leuk wordt. Er volgt regel op regel”, verzucht de ondernemer in chocola. Want naast de cao-verhoging kampt hij onder meer ook met milieuregelgeving en de documentatieplicht voor cacao-import, waarbij hij als ondernemer dubbel moet controleren wat al door de cacaofabriek is geverifieerd. „Je kunt ook doorslaan in regelgeving.”
„Daarnaast gaat de belastingdruk komend jaar toenemen voor ons. Ik kan in Nederland eigenlijk beter werknemer zijn. We zijn immers een ‘werknemersland’ aan het worden. De ondernemer staat niet te juichen als PvdA-GroenLinks straks de verkiezingen wint, want dan gaat het minimumloon weer omhoog. Ik kan dan beter niet meer gaan ondernemen, omdat er niks meer valt te verdienen.”
Van Soest hoopt toch dat het tij vanuit Den Haag gekeerd wordt. Ondernemen moet weer leuk worden. Hij refereert hierbij aan de Hollandse handelsgeest: „We zijn in Nederland altijd goed geweest in ondernemen.”
Hoewel zijn stem op woensdag 29 oktober tijdens de Tweede Kamerverkiezingen hoogstwaarschijnlijk niet naar PvdA-GroenLinks gaat, stemt hij als ondernemer ook niet op de ᴠᴠᴅ. Doch onder ondernemers een gebruik van oudsher. „Die hebben een aantal jaren aan het roer gestaan en het is er niet beter op geworden.” De chocolatier hoopt op nog meer mensen met ervaring in het ᴍᴋʙ in de Nederlandse politiek, zoals oud-bakker en Tweede Kamerlid Arend Kisteman (ᴠᴠᴅ). „Die weet waar hij het over heeft.”
Kan ik het nog wel?
Politieke belemmeringen zijn niet zijn enige kopzorg. Meestal bekruipt Van Soest in het najaar hetzelfde gevoel: kan ik het nog wel? Misschien komt het door de kortere dagen en de vallende boombladeren, maar zeker ook omdat het drukste seizoen in de chocolaterie nadert: november en december. Intussen kijkt hij met enig kinnesinne naar collega-chocolatiers die groter en succesvoller zijn geworden dan hij. „Iemand die tegelijk met ons begon, is een merk dat zich inzet voor eerlijke chocolade. Dat is uitgegroeid tot een megabekend merk. Marketingtechnisch hebben zij het veel slimmer aangepakt. Dan vraag ik me af: ben ik hier wel geschikt voor? Ben ik wel innovatief genoeg?”
Inspiratie opdoen in een pretpark
Om een antwoord te vinden op die vraag, zoekt Van Soest naar manieren om zichzelf te vernieuwen. Inspiratie opdoen via TikTok, Facebook en Instagram, bijvoorbeeld. En af toe ook in het buitenland. Vaak op de meest onverwachte momenten. Vorige winter nog, toen hij voor een restaurant een klassieke sinaasappelbonbon moest maken. Er moest echter wel een twist aan zitten. Van Soest was rond die tijd in Disney, midden in de winter. Het was stervenskoud en hij had last van migraine, dus besloot hij even ergens te zitten terwijl de rest in de attracties ging. „Naast me stond iemand glühwein te schenken. In die warme rode wijn dreven schijfjes sinaasappel, met allemaal kruidnagels erin. Terwijl ik daar zo zat, viel het kwartje: dát was de twist.” De klant was er vervolgens dolenthousiast over. Die bonbon ligt nu ook in de winkel.
Bekende klanten
Niet alleen het bedenken van nieuwe creaties gaat hem goed af. Ook klantenbinding is één van zijn sterke punten. Naar eigen zeggen verloor hij zelfs nog nooit een klant. Bekende namen als Anna Nooshin in Hillegom en Giel Beelen, Erik van Muiswinkel, Hakim Traïdia en Niels Geusebroek in Haarlem keren geregeld terug. Door trouw te blijven aan zijn concept rondom versheid, behoudt Van Soest zijn klanten. „Een van de regels die we hanteren, is dat bonbons altijd vers verkocht moeten worden. In principe moeten ze binnen drie weken verkocht zijn, maar in de praktijk gaat het meestal veel sneller. Wat in de toonbank ligt, is vaak binnen een week verkocht en in rustigere periodes maximaal binnen twee weken.”
7.500 chocoladeletters
Over versheid gesproken: in theorie kan Van Soest nu al beginnen met het gieten van chocoladeletters, mits hij ze op de juiste manier bewaart. Dat moet dan in een donkere ruimte op ongeveer 18 graden. Maar hij kiest er bewust voor dat niet te doen. De letters, die naast chocolade ook slagroom en praliné bevatten, worden immers pas in de eerste week van november gemaakt. In principe kan hij dus beginnen. En die letters zijn dan op sinterklaasavond nog best te eten. „Maar de letter smaakt dan net een klein beetje minder”, vertelt Van Soest. „En dat kleine beetje is voor ons heel belangrijk.” Want zelfs een klein verlies aan smaak kan beteken dat klanten toch elders gaan kijken. In totaal maakt Pierre zo’n 2.500 tot 3.000 sinterklaasfiguren en om en nabij de 7.500 chocoladeletters.
Hopen op samenwerking met luchtvaartmaatschappij
Nog meer nieuwe winkels openen ziet Van Soest, die bijna 60 jaar wordt, niet zitten. De komende jaren wil hij Pierres merknaam nog meer versterken en een aantal mooie klanten binnenhalen. Klanten zoals de hotels van de Amrâth Groep, bekend van onder meer het Kurhaus Scheveningen en andere luxe hotels in steden als Amsterdam en Maastricht. „Dat is een hele mooie klant. Een paar van zulk soort klanten zouden we er heel graag bij hebben. Dat valt ook goed te organiseren.”
Als mogelijk potentiële klanten noemt hij Nederlands bekendste hotelketen en een luchtvaartmaatschappij. Of die laatste ook realistisch is? „Ja, dat kan realistisch zijn. Een collega uit België, die tegelijk met ons is gestart, heeft jarenlang de bonbons op vluchten van Lufthansa verzorgd. Daar is onze winkel in Haarlem heel belangrijk voor, want daar woont een gigantisch deel van de piloten en bestuurders. Zo zijn we ook aan Amrâth Hotels gekomen.”