Voormalig kassenbouwer Robert Zwaanswijk leeft nu van lucratieve handel in unieke vintage voetbalshirts

Robert Zwaanswijk (’s-Gravenzande, 2 februari 1968) werkte vanaf zijn veertiende als kassenbouwer. Daar maakte echter de coronaperiode, die begin 2020 uitbrak, abrupt een einde aan: de bouw viel stil en Zwaanswijk moest op zoek naar een andere manier om zijn brood te verdienen. Als tijdelijke oplossing kocht hij online honderden vintage voetbalshirts, die hij vanuit huis verkocht. Dat bleek een goede zet. Inmiddels runt hij met zijn twee zoons en een compagnon Kick and Rush: een webshop met daarnaast een fysieke showroom, waar liefhebbers ook terecht kunnen voor gesigneerde en matchworn exemplaren. In het pand aan de Nobelstraat in ’s-Gravenzande hangen er zo’n 3.000. Totale straatwaarde? Zo’n drie ton. „Laatst kocht een Amerikaan een shirt van TOP Oss. Hoe kom je erop?”

Het straatbeeld liegt er tegenwoordig niet om: voetbalshirts zijn allang niet meer voorbehouden aan het stadion. Je ziet ze achter de draaitafel, tussen de festivalmenigte, op studiereizen, vakanties of in koffietentjes of de Albert Heijn. Opvallend genoeg gaat het vaak niet om de allernieuwste edities, maar om  retroshirts of vintageshirts. Denk aan het geel-blauwe tricot van AC Parma uit het seizoen 1998-1999, met Lotto als kledingsponsor en Parmalat pontificaal op de borst. Of het iconische shirt van Club América uit Mexico, gesierd door Coca-Cola (1994-1995). Marseille had beginjaren 90 Panasonic als shirtsponsor (1991-1992), terwijl Internazionale in 1993-1994 uitpakte met het blauw-zwarte thuisshirt waarop in sierlijke letters Fiorucci prijkte. Shirts zijn meer dan kleding alleen tegenwoordig, liefst zelfs een in maat XXL. Ze zijn een modeverschijnsel, weet ook Zwaanswijk. „Hoe origineler het shirt, hoe meer je de show steelt.”

De rage is overigens geen Nederlands fenomeen, merkt Zwaanwijk ook aan de afkomst van zijn klandizie. Overal ter wereld kopen mensen vintageshirts bij de shop die in het Westland is gevestigd. Vooral in Frankrijk is het dragen van oude voetbalshirts populair.

Shirts van nu kunnen Zwaanswijk overigens nauwelijks bekoren. De ontwerpen en het materiaal laten wat hem betreft te wensen over. De voetbalcultuurliefhebber pur sang: „Het is heel veel van hetzelfde. En de kwaliteit is niet best. Een gevolg van massaproductie in goedkope arbeidslanden.”

Kickstart dankzij coronapandemie
Terug naar heel wat jaren geleden. De Westlander liep een Engelse winkel vol met vintage voetbalshirts binnen. Het bracht hem op het idee om ooit zelf iets dergelijks op te zetten. Ironisch genoeg was het de coronapandemie die dat plan mogelijk maakte. Door alle maatregelen konden mensen hun geld niet langer kwijt aan etentjes, vakanties of dagjes uit. De aandacht verschoof daardoor naar online aankopen, zoals hardloopbanden, e-bikes, loungesets – maar ook vintage voetbalshirts. Zwaanswijk greep zijn kans en startte Kick and Rush: „Want mensen konden hun geld ineens kwijt aan andere dingen.” In korte tijd was hij al door zijn eerste ingekochte voorraad heen.

Dat was toen. Nu runt hij alweer vijf jaar Kick and Rush met zijn zonen Chris (28) en Jamie (23) en zakenpartner Mike Beets. Laatstgenoemde reist veel naar Engeland, het mekka van de voetbalshirts, om marktjes af te struinen en parels in te slaan. Chris beheert de socials, fotografeert de shirts voor op de website en verwerkt de orders. Jamie rijdt rond om die orders in Nederland en België weg te brengen en doet daarnaast de boekhouding. Robert richt zich vooral op het klantcontact. Daarmee staat de taakverdeling als een huis. Voor het beheer en de dagelijkse actualisering van de webshop schakelen ze een externe kracht in.

Een fysieke winkel? Liever in Den Haag dan in Amsterdam
Die succesvolle webshop trekt maandelijks meer dan honderdduizend bezoekers, mede dankzij een wekelijkse investering van duizend euro in Google Ads. „En dan hebben we dit, een soort showroom”, aldus Zwaanswijk, wijzend naar een rek vol vintageshirts. „Maar ja, het ligt wel in een afgelegen plaatsje en op een afgelegen industrieterrein.” Daarom wil Zwaanswijk op een dag een fysieke winkel openen. Hij denkt direct aan Amsterdam, maar daar bestaan al een of twee vergelijkbare shops en de huurprijzen zijn er hoog. Bovendien vreest Zwaanswijk dat hij er dan geen Feyenoord-shirts kan verkopen, terwijl die onder de Nederlandse liefhebbers het meest populair zijn. „Ik denk daarom dat Den Haag voor ons ideaal zou zijn. Dat is wel onze toekomst.” Dat idee wordt gesteund door een eerdere pop-upstore in de hofstad, waar Kick and Rush op één dag liefst tweehonderd shirts over de toonbank liet gaan.

Maar ondernemen kent ook een keerzijde. „We hebben een hoop ideeën. Het punt is: we zijn met zijn viertjes. Maar we hebben het vreselijk druk en het wordt alleen maar drukker, drukker, drukker. Ik ben er echt zeven dagen in de week mee bezig. De zeventig uur per week redden we makkelijk. Dus ja, we willen wel van alles, maar we moeten wel de tijd hebben om het te realiseren.” Twee jaar lang liet hij al vakanties schieten. „Ik ga heel graag op vakantie, maar dat gun ik mijn eigen nog niet eens. Ik ben als de dood dat we verlies draaien.” 

De voortdurende ratrace: elke deal vraagt om een nieuwe deal
En dan zijn er nog andere uitdagingen. Namaakshirts doen de ronde, verkocht door handelaren die beweren dat ze origineel zijn. Soms presenteren die verkopers de shirts zelfs als ‘de meest authentieke ooit’. Daarbovenop zit Zwaanswijk in een voortdurende ratrace: elk verkocht shirt moet direct worden vervangen door een soortgelijk exemplaar. Verkoopt hij bijvoorbeeld een Chelsea-shirt, kan hij geen Ajax-shirt van dezelfde waarde of authenticiteit inkopen als er daar al twintig van in de rekken hangen. Zo begint voor de ondernemer telkens weer een vaak taaie zoektocht naar een vergelijkbaar shirt. „Ik weet nooit van tevoren: als ik dit shirt verkoop, wat moet ik dan terugkopen, wat gaat dat kosten en verkoop ik het weer. Dat moet ik eigenlijk een beetje kunnen loslaten. Maar dat valt niet altijd mee, natuurlijk. Het is nooit klaar.”

De stipjes van Kappa
Kick and Rush onderscheidt zich door alleen originele shirts in te kopen en te verkopen. Moeiteloos kan Zwaanswijk een vintageshirt van een retroshirt (moderne namaakshirts) onderscheiden. „Je voelt het aan de stof, maar je ziet het ook aan het labeltje.” Zo heeft het Italiaanse merk Kappa zes unieke ‘stipjes’ in een klein driehoekje op het neklabel verwerkt. Volgens Zwaanswijk is dat befaamde label door niemand ter wereld na te maken. „Dat lukt gewoon niet.”

Marktleider in de Benelux
Zwaanswijk is trots op Kick and Rush, al was er in het begin veel scepsis. „Iedereen zei: ‘Je bent gek, wat ga je nou doen, man?’ Niemand geloofde erin.” Inmiddels runt hij een succesvolle vintage voetbalshirtshop en is hij marktleider in de Benelux. Concluderend: „Het gaat heel goed dus, ik ben tevreden. Samen met m’n zoons ondernemen, mooier kan eigenlijk niet.” Zeker gezien zijn achtergrond is dat bewonderenswaardig. Zelf noemt hij zich immers een ongeschoolde jongen die gelukkig goed kan rekenen. „Ondernemer word je niet op school, maar in de praktijk – en vooral door tegenslagen.”

Slim investeren begint bij de naam op het shirt
Door de jaren heeft Zwaanswijk een scherp gevoel ontwikkeld voor welke shirts goed scoren. Soms speelt hij daarbij in op de politiek. Zo vinden tricots van Rayo Vallecano, een club uit een Madrileense volkswijk, en FC Sankt Pauli – een links bolwerk uit Hamburg – gretig aftrek binnen de progressieve hoek. Clubs als SS Lazio, Glasgow Rangers en Dynamo Dresden spreken juist meer liefhebbers uit het rechtse spectrum aan. Daarom heeft hij ook al die shirts op voorraad. Maar sommige tenues zijn nauwelijks te verkrijgen, zoals het originele Oranje-shirt van 1988 of het gele Feyenoord-shirt met Gouden Gids uit 1983. De shirts van nu? Die worden over enkele decennia vanzelf ongetwijfeld collector’s items. Zwaanswijk besluit met een advies: „Zet wél een goede naam achterop als je nu een shirt koopt, want over tien jaar is het veel geld waard. Verkooptechnisch zet je dus nooit de naam van je kind achterop.”